Syncope

Vormen van syncope

1. Reflexsyncope
   De bloeddruk wordt normaal geregeld door het onwillekeurig (autonome) zenuwstelsel. Dit zenuwstelsel zorgt ervoor dat ons hart slaat en continu bloed door het lichaam pompt en dat we regelmatig ademhalen. Ook de bloeddruk wordt door dit zenuwstelsel voortdurend bijgesteld aan de omstandigheden.
   
   Verschillende situaties (angst, pijn en stilstaan) kunnen een reflex opwekken die het autonome zenuwstelsel beïnvloedt, waardoor de bloeddruk en de hartfrequentie plotseling sterk dalen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het zien van bloed of het krijgen van een vaccinatie. De meest voorkomende, en meest onschuldige, vorm van (reflex)syncope is de vasovagale syncope.
   
   
2. Orthostatische hypotensie
   Deze medische term geeft aan dat de bloeddruk daalt in staande positie. Als het autonome zenuwstelsel zijn werk niet goed doet, lukt het niet om de bloeddruk bij (op)staan hoog genoeg te houden. Een lichte daling bij opstaan is heel normaal, een te grote daling kan leiden tot klachten en zelfs tot wegrakingen.
   
   
3. Cardiale syncope
   De verminderde bloedtoevoer naar de hersenen wordt in deze situatie veroorzaakt door een hartritmestoornis of een andere hartaandoening. Deze vorm van wegraking kan optreden in rust, maar ook tijdens inspanning.

Ons onderzoek naar uw syncope

Het belangrijkste om een goede diagnose te kunnen stellen, is een nauwkeurig verslag van wat er precies is gebeurd tijdens de syncope. Vaak is het nodig dat er iemand meekomt die de syncope heeft gezien, omdat de patiënt zelf bewusteloos is geweest en over belangrijke verschijnselen niet kan vertellen.

Wat voor extra onderzoek naar uw wegraking nodig is, hangt af van welke kant het daarna opgaat.