Klapvoet | Gelre ziekenhuizen
Zorg beter voor elkaar

Wat is een klapvoet?

Bij een klapvoet wikkelt de voet niet goed af tijdens het lopen en klapt naar beneden. Dit komt door een verlamming van de spieren waarmee u de voet en tenen optilt. Meestal is er ook een andere groep spieren verzwakt. Namelijk de spieren die de enkel ondersteunen bij het lopen en staan. Goed lopen met een klapvoet is heel moeilijk, zelfs met een hulpmiddel. Hetzelfde geldt voor autorijden en traplopen.

Hoe ontstaat een klapvoet?

Een klapvoet ontstaat meestal door een beknelling van de kuitbeenzenuw bij de knie. De zenuw komt klem te zitten ter plaatse van de kuitbeenkop. U kunt dit botpunt voelen aan de buitenkant van uw been, net onder de knie. Op die plek is de zenuw gevoelig voor langdurige, of steeds herhaalde druk. De beknelling kan ontstaan door bedlegerigheid, door langdurig gehurkt werken of bij overbelasting door bijvoorbeeld kniebuigingen met gewichten. Soms ontstaat de beknelling door de gewoonte om lang met de benen over elkaar te zitten. Een klapvoet kan ook ontstaan door een hernia of een vernauwing (stenose) tussen de vierde en vijfde lendenwervel waarbij de zenuw beklemt raakt. Daarnaast zijn er patiënten die al een aandoening van de zenuwen hebben (polyneuropathie) waardoor de zenuw extra kwetsbaar is geworden voor druk.

Welke klachten veroorzaakt een klapvoet?

  • Problemen bij het lopen omdat u uw voet en tenen niet (goed) op kunt tillen. De voet klapt neer en wikkelt niet goed af. Dat veroorzaakt een stijve en moeizame loop.
  • Snel struikelen over oneffenheden in het wegdek of de vloer (tegels, stoep, tapijt).
  • Een gevoel van onzekerheid bij het lopen en staan, waarbij de enkel kan zwikken.
  • Pijn aan de zijkant van het onderbeen of de voetwreef door overbelasting van de verzwakte spieren.
  • Een doof of tintelend gevoel van de huid aan de zijkant van het onderbeen door beklemming van de zenuwtakken die het gevoel van de huid verzorgen.

Hoe stellen we een klapvoet vast?

Uw arts kan de diagnose stellen door naar uw klachten te luisteren en te kijken hoe u loopt. Vaak is aanvullend neurologisch onderzoek nodig om de plaats van de beklemming vast te stellen. Dat gebeurt met een zenuwgeleidingsonderzoek (EMG) of zenuwechografie. Bij verdenking op een bot- of gewrichtsafwijking laat uw arts een scan van de knie maken. Bij verdenking op beklemming van een zenuwwortel is er vaak een MRI-scan van de rug nodig.

Complementary Content
${loading}
Scroll