Web Content Viewer
ActionsPraten over behandelbeperkingen (behandelopties)
U komt in Gelre ziekenhuizen voor een onderzoek, operatie of andere behandeling. Uw behandelaar - behandelend arts, de arts-assistent, verpleegkundig specialist of physician assistant - spreekt bij opname met u over de behandeldoelen en uw eigen behandelwensen. Dit noemen we ook wel behandelbeperkingen of behandelopties. Dit wordt vastgelegd in uw patiëntendossier en is onderdeel van uw behandelplan. Hierbij is het gebruikelijk niet alleen over behandeldoelen en behandelwensen te spreken, maar ook over eventuele behandelbeperkingen: zijn er bijvoorbeeld behandelingen waar van afgezien wordt, zoals reanimatie, beademing of bloedtransfusie?
Web Content Viewer
ActionsWanneer praten over behandelbeperkingen?
Gelre ziekenhuizen verleent zorg aan patiënten vanuit de vraag van de patiënt en met respect voor de patiënt. Dat wil zeggen dat wij ons inspannen om u optimale zorg, onderzoek en behandeling te bieden. Omgekeerd mogen onze zorgverleners overbodige, zinloze of door u niet gewenste behandelingen niet uitvoeren.
Afspraken maken over wel/geen behandelbeperkingen
Het maken van afspraken over behandelbeperkingen, zoals afzien van reanimatie, is vaak niet eenvoudig. Het helpt als u daarover al eens hebt nagedacht of gesproken met uw naasten of uw huisarts. Zeker als u ernstig ziek bent of een ingrijpende operatie moet ondergaan. Sommige patiënten hebben dergelijke wensen al vastgelegd in een wilsverklaring. Als dat zo is, ontvangt uw behandelaar hiervan graag een kopie.
Over een besluit tot een behandelbeperking wordt u altijd geïnformeerd door uw arts. Vóór een dergelijk besluit is overleg tussen u (patiënt, familie of wettelijk vertegenwoordiger) en uw behandelend arts noodzakelijk. Het behandelend team overlegt met u over de gekozen behandelbeperking. In geval van (tijdelijke) wilsonbekwaamheid gebeurt dit met uw familie en/of de door u gemachtigde persoon, dat is dan uw wettelijk vertegenwoordiger. U (en uw familie/ wettelijk vertegenwoordiger) wordt dus altijd geïnformeerd over eventuele behandelbeperking(en).
Welke behandelbeperkingen zijn er?
Er zijn 2 soorten behandelbeperkingen, ook wel behandelcodes genoemd: een gedeeltelijke behandelbeperking (code B) en een volledige behandelbeperking (code C). Zijn er geen behandelbeperkingen? Dan wordt dit in ons ziekenhuis code A genoemd. Bekende voorbeelden van behandelbeperkingen zijn niet reanimeren en geen bloedtransfusie.
Meer informatie
In de folder Praten over behandelbeperkingen leest u wat behandelbeperkingen zijn en hoe u die kunt bespreken met uw arts. U kunt altijd in uw patiëntenportaal MijnGelre kijken bij ‘Mijn gegevens’ welke behandelbeperkingen (of geen) er zijn vastgelegd.