"Vreemd dat zo'n afdeling voor IC-langliggers er nog niet is"

24 februari 2022

Hoezeer de meningen over de aanpak van COVID ook uiteenlopen, over één ding is iedereen het eens: we moeten voorkomen dat de reguliere zorg bij een volgende coronagolf weer onder druk komt te staan. Bij Gelre ziekenhuizen hebben ze daarvoor een idee: een aparte afdeling voor patiënten die langdurig intensieve zorg nodig hebben. Daardoor komt er capaciteit vrij op de IC en de verpleegafdelingen. En het is ook nog eens beter voor de patiënten.

Patiënt is aan het bewegen met de bedfiets in Gelre ziekenhuizen

Dit hier is al 180 dagen lang mijn wereld”, zegt meneer Janssen (61). Hij zit in een rolstoel, dekens over zich heen, slangetjes in zijn buik en neus, op kamer 8 van de Intensive Care in Gelre Apeldoorn. “Ik belandde hier door COVID met allerlei complicaties. Het is een wonder dat ik nog leef. Van de eerste maanden herinner ik me niets meer. Toen ik weer bij mijn positieven kwam, kon ik alleen nog heel lichtjes ja knikken en nee schudden. Verder niets. Heel langzaam krabbelde ik op. Ik kon weer een vinger bewegen, mijn lippen bewegen, een theelepel water drinken. Rond de jaarwisseling mocht ik van de beademing af. Dat was een kantelpunt. Vanaf dat moment had ik minder acute zorg nodig. Maar ik was nog veel te zwak om naar een revalidatieafdeling te kunnen.”

Verschuivende zorgbehoefte

“Meneer Janssen behoort tot de groep patiënten die wij IC-langliggers noemen”, vertelt intensivist Peter Spronk. “De zorg die IC-langliggers nodig hebben, verandert in de loop van de tijd. In het begin is de IC-behandeling gericht op het redden van het leven. Daarna verschuift het accent geleidelijk naar zelf leren ademen, activeren en revalideren.” Revalidatiearts Marloes Maas: “Door een langdurige IC-opname neemt de kracht in armen en benen sterk af, soms is ook het gevoel veranderd. De patiënt moet weer zonder een beademingsmachine zelfstandig leren ademen, op een stoel leren zitten, leren lopen, leren slikken, zichzelf leren aankleden. Vaak zijn er ook problemen zoals een veranderde prikkelgevoeligheid, problemen met concentratie en geheugen en stemmingsstoornissen. Maar op de IC heeft de acute, levensreddende zorg prioriteit. Activeren, revalideren en psychosociale zorg sneeuwen daardoor vaak onder.”

         “Een ic is niet geschikt voor een patiënt als ik”

Wachten

Dat op de IC de acute zorg voorgaat, soms ten koste van IC-langliggers, is voor meneer Janssen heel merkbaar. “Ik heb er alle begrip voor dat mensen in een kritieke situatie eerst moeten worden geholpen. Maar telkens dat lange wachten… Soms moet ik nog een tijd in mijn stoel blijven zitten, hoewel mijn energie op is, omdat er geen tijd is om mij terug in bed te leggen. Of ik heb ontlasting in mijn broek omdat er geen verpleegkundige beschikbaar is om mij op de po te zetten. Ik heb andere zorg nodig dan acute patiënten. Even uit bed, oefeningen doen, spierkracht opbouwen met een bedfiets. Ik ben een aantal keer in het zwembad geweest; dat heeft me een enorme boost gegeven. Maar als op de afdeling de bel gaat vanwege een acute situatie, gaat mijn zwemafspraak niet door. Dat vele wachten vindt ook mijn vrouw moeilijk om te zien. Ik ben vol lof over de artsen en verpleegkundigen hier. Aan hun inzet en deskundigheid ligt het niet. Maar een schone broek, eten geven: daar is geen IC-verpleegkundige voor nodig, dat zou een verzorgende prima kunnen doen. Eigenlijk is een IC niet geschikt voor een patiënt als ik. Het is jammer dat er geen ‘tussenafdeling’ bestaat met een mix van acute en revalidatiezorg.”

Twee vliegen in één klap

Een aparte afdeling voor IC-langliggers, dat was precies ook het idee dat een aantal jaren geleden al opkwam bij Spronk. Zo’n afdeling voor Lange Termijn Acute Zorg (LTAZ), waar beademingsbehoeftige, maar verder stabiele patiënten kunnen worden behandeld, kan het herstel van de IC-patiënten ten goede komen. Ook kan het een positieve invloed hebben op hun naasten, voor wie een IC-opname en de gevolgen daarvan buitengewoon impactvol zijn.

Anno 2022 lijkt de tijd rijp om van idee naar uitvoering te gaan. COVID-19 zorgt immers voor een plotselinge toename van het aantal IC-langliggers. Van de patiënten die vanwege COVID in het ziekenhuis worden opgenomen, komt ongeveer twintig procent naar de IC. De meeste mensen blijven daar minder dan twee weken. Ongeveer een kwart ligt langer dan twee weken op de IC, en de helft daarvan langer dan vier weken. Spronk: “Deze langliggers gebruiken IC-capaciteit die ook anders zou kunnen worden benut. Meer IC-bedden neerzetten is geen oplossing, omdat daarvoor het personeel ontbreekt. Verplaats je de zorg voor IC-langliggers naar een LTAZ, dan vang je twee vliegen in één klap: de zorg sluit beter aan bij de behoeften van deze patiënten en hun naasten én er komt capaciteit vrij op de IC en de verpleegafdelingen. Om een voorbeeld te geven: als meneer Janssen de IC na 60 in plaats van 180 dagen had verlaten, hadden we 100 patiënten meer kunnen opereren. En dat is zorg die we nu allemaal moeten gaan inhalen”

                   “Een aparte unit voor langliggers betekent dubbele winst: er komt een IC-plek vrij, waardoor ook andere zorg in de keten minder in de knel komt, en het is beter voor patiënten en hun familie”

Capaciteit slimmer benutten

In nauwe samenwerking tussen Gelre ziekenhuizen, Zorggroep Apeldoorn e.o. en revalidatiespecialisten van Klimmendaal is verder uitgewerkt wat er nodig is om een LTAZ-afdeling te starten. Onder andere Martijn Kuit, bestuurder bij revalidatiecentrum Klimmendaal, en Margje Mahler, waarnemend bestuurder bij Zorggroep Apeldoorn, zijn hierbij betrokken, evenals therapeuten en verpleegkundigen van de verschillende organisaties. IC Gelre is al ruim 20 jaar bezig met het onderzoeken van de lange termijn effecten van IC-behandeling op patiënten. Dat onderzoek wordt gecoördineerd vanuit het expertisecentrum voor IC-revalidatie Apeldoorn (ExpIRA). Er wordt veel samengewerkt met internationale onderzoeksgroepen op dit gebied. Een aantal van die internationaal gerenommeerde experts biedt ondersteuning bij het LTAZ-project. Elza den Hertog, lid van de Raad van Bestuur van Gelre: “Het idee is dat op een LTAZ verschillende disciplines samenwerken. De IC-verpleegkundige kan meer patiënten onder haar hoede nemen als er ook inzet is van algemene verpleegkundigen, revalidatieverpleegkundigen en verzorgenden IG. Zo kun je met dezelfde specialisten meer zorg leveren. Door onze krachten te bundelen, kunnen we efficiënter en doelmatiger omgaan met de capaciteit die we al hebben. Doordat we IC-capaciteit vrijspelen, komt ook andere zorg in de zorgketen minder in de knel. Ook kan het uitdagender zijn om deze zorg te gaan bieden, momenteel een zeer belangrijk aspect in het behouden en enthousiasmeren van onze zorgmedewerkers.” Maas vult aan: “In een LTAZ werken verschillende disciplines samen aan hetzelfde doel en evalueren zij regelmatig. Zo zet je de zorg die je levert optimaal in. Ook willen we waar mogelijk de familie deel laten uitmaken van het proces, zodat zij zich minder machteloos en meer in de lead voelen. Een IC-opname heeft immense impact op naasten, het is belangrijk dat daar aandacht voor is.”

Sneller herstel

Meneer Janssen prijst zich gelukkig met zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen en met de steun die hij en zijn vrouw vanuit hun omgeving krijgen. “Maar mijn longen zijn beschadigd en ik ben emotioneel geknakt. Mijn vrouw, die mij er echt doorheen heeft gesleept, is aan het eind van haar Latijn. Mijn twee bedrijven worden stopgezet, mijn inkomsten zijn weggevallen. Vooruitkijken durf ik nog niet. Ik ben blij dat ik binnenkort eindelijk de IC kan verlaten om te gaan revalideren in geriatrisch revalidatie- en herstelcentrum Winkeweijert in Apeldoorn. Als ik op een afdeling met een mengeling van IC- en revalidatiezorg had gezeten, had ik die stap waarschijnlijk al weken eerder kunnen zetten.”

Ministerie van VWS

Het ROAZ (een regionaal overleg van aanbieders van acute zorg) biedt dit initiatief van Gelre, Klimmendaal en Zorggroep Apeldoorn e.o. op vrijdag 25 februari aan bij het expertteam dat door het ministerie van VWS is samengesteld. Dit expertteam inventariseert mogelijkheden om de capaciteit voor reguliere urgente zorg te borgen bij nieuwe COVID-golven of andere pandemieën. Met financiële ondersteuning vanuit VWS kan het idee voor een LTAZ tot uitvoering worden gebracht en zijn effect bewijzen.